De geslachtsnaam Hilling, Hilgen
Gepost door:Harm Hillinga | Datum: 3 maart 2023


De geslachtsnaam Hilling, Hilgen stamt uit een boerengeslacht in Niederlangen (Duitsland), tot het begin van de 20e eeuw in de parochie van Lathen en wordt in het schatregister van het prinsbisdom Münster altijd tot de erven van Niederlangen gerekend. Ook betreft het een oude alleenstaande boerderij aan de Eems met de boerderijnaam Hilgen op enige afstand Lathen[1]

'Hofname' Hilling, Hilgen is niet alleen als typische dorpsnaam, zoals die in alle Emsland dorpen voorkomt, maar ook in de zin van een geografische aanduiding. Het verschil tussen 'Hilling' als familienaam van de eigenaren en 'Hilgen' als naam van de boerderij is duidelijk van jongere datum. In oude documenten wordt de boerderij meestal 'de Hilling' genoemd.

In 1859 wordt de plek in een staatspublicatie nog vermeld als Hilling of Hilgen, een boerderij in de boerengemeenschap van Niederlangen[2]. Takken van de familie worden af en toe alleen nog in de kerkboeken van de 18e eeuw 'Hilgen' genoemd.

De boerderij wordt voor het eerst genoemd in het leenboek van de bisschop van Munster, Florence (1364-1379). Daarin wordt Johannes de Vracloe met een tiende aan Hillinch in het kerspel van Lathen gekoppeld[3]. Volgens het leenboek van bisschop Heinrich von Münster (1424-1450) wordt Hermann von Meppen onder meer het 'Godden hus to Hillinck' in leen gegeven[4]. Het is niet duidelijk of dit ook slechts een lening van een tiende is geweest. Anderzijds komt er circa 1355 al een Godde Hilling voor die aldaar in een oorkonde wordt genoemd.

Ergens in die gebied heeft hof Hilgen gelegen. De weg 'Zum HIlgen', 'Sielgraben Hilling' herinneren aan de boerderij die hier heeft gestaan. Bron: Google Maps.
Ergens in die gebied heeft hof Hilgen gelegen. De weg 'Zum Hilgen', 'Sielgraben Hilling' herinneren aan de boerderij die hier heeft gestaan. De Eems (rechts) is hier nog steeds bevaarbaar. Bron: Google Maps.

In 1640 is de boerderij tienden vrij, afgezien van drie ton zaad bij Westerholt: 'Juncker Moniell en Wittiben Monielschen tiende'[5]. Of dit dezelfde tiende is, is onduidelijk. De familie Maneel behoort in ieder geval tot de afstammelingen van de familie uit Meppen en zou dus een deel van hun leengoederen geërfd kunnen hebben.

Ergens in die gebied heeft hof Hilgen gelegen. De weg 'Zum HIlgen', 'Sielgraben Hilling' herinneren aan de boerderij die hier heeft gestaan. Bron: Google Maps.
Ergens in die gebied heeft hof Hilgen gelegen. De weg 'Zum Hilgen', 'Sielgraben Hilling' herinneren aan de boerderij die hier heeft gestaan. Bron: Google Maps.

De aanduiding 'Godden hus' zou op zijn minst moeten verwijzen naar Godde Hilling, want op 4 maart 1418 getuigt Steffen von Alden, rechter te Düthe, dat Konne von Langen al het land verkoopt aan Godde Hilling, dat hij bij Hilling in bezit heeft en dat eerder heeft toebehoord aan Ludger Munneles en daarvoor aan Hilling[6]. Hierbij kan het dus niet gaan om Godde Hilling uit 1355. In 1422 wordt Hermann Hilling in Aschendorf door de bisschop van Munster beleend met de half-erfgenaam Obinghove (nu Manyng-erfgenaam), evenals daarvoor zijn vader Godeke Hilling.

De lening wordt vernieuwd in 1426[7]. Het is onduidelijk of dit leengoed uit Münster wordt geërfd met de boerenplaats, het hof van Niederlangen, of dat zich daar een nieuwe tak ontwikkelt. In 1555, ruim 100 jaar later, krijgt Hermann tot Waterloe, erfgenaam te Düthe, de erfenis Obbbinghoven (Memering) te Aschendorf beleend.

Een andere Godeke Hilling zu Niederlangen, zou mogelijk de eerstgenoemde zoon of kleinzoon van Godde kunnen zijn en wordt voor het eerst genoemd op 2 juni 1466 (Godeke Hillinck) in een document van het klooster Ter Apel[8] en vervolgens in een Düther oorkonde van 4 juli 1469 (Godeke Hülinck)[9].

Op 24 juli 1476 verpacht Godeke Hillink in Oberlangen zijn boerderij voor 7 shilling in Osnabrück-valuta aan de voormalige eigenaar van landjonker Arnd Schwenke Johann de Jone[10].

Op 29 juni 1492 verkopen Tybe, weduwe van Hans Lüdekes uit Niederlangen, en haar kinderen Johan, Herman, N. en Hilleke aan Godeke Hillink hooi op de weilanden van Niederlangen. Getuigen zijn onder meer Hermann Hillinck[11], die op 31 maart 1505 als getuige wordt opnieuw genoemd in een document van Düther[12]. Hij zou identiek kunnen zijn aan de 'Erbkötter' Hermann Hilling genoemd in 1530.

De gevestigde opeenvolging van generaties begint met Dydrich Hilling, waarschijnlijk een zoon[13] van Godeke Hilling, die voor het laatst wordt genoemd in 1492.

Godde Hilling

Genoemde Godde Hilling wordt circa 1355 geboren op de boerderij Hilgen bij Lathen in Niederlangen. Hij overlijdt circa 1418:

"vorgescreven landes Rechte, gude, vaste warscop to done war, wanner unde wo dikke en des notes vor allen luden de des to Rechte komen willet unde alle desse vorgescreven stukken unde articulen loveden se stede unde vast to holdene.
Alle arghelist unde nygounnde utghesproken; hir weren an unde over Everd van den Bele unde Wolter Mencking kornoten und Herman van Vrakkele, Godeken de Vetten, Herman Marquardes, Perch Diderich, Herman Meyering unde anderer lude ghenoch unde in eyn orkunde der warheit so hebbe wi Stevene van Alden vorgescreven van gherichteswegene unse ingheseghel an dessen breff ghehangen. Datum anno Domini M~ CCCCXVIII~ fia~ sex~ p~ oculi omnium.[14]"
"urk. 1418, 1422 tot, kauft 1418 Land zu Hilling (und Frackel) von Konne von Langen:
Bron: StAOs Rep 26 Nr. 4 (met dank aan René Remkes voor de transcriptie)

"Wy Steven Van Alden Knape ghesworen Richter in der tid to Dute van weghene unses leven, edelen ghenedighen heren, hern Otten van der Hoye biscopes to Munstere doet witlich unde kundich allen luden de dessen breff seen unde horen lesen, dat vor uns quemen in eyn heghet gherichte dar we myt ordelen unde myt rechte unde myt unsen kornoten de stoel beseten hadden Konne van Langen, Ebelen sin echte wiff, Herman, Aleke, Johan, Wibbeke unde Ghebbeke erer beiden echten kindere unde bekanden openbare vor sik unde vor alle ere ervende, dat se myt guden willen hadden vorkofft unde vorkoften Rechtlike unde Redelike eynes steden, vasten, erfliken, ewigen kopes unde leten in Rechte hebbene wete myt handen unde myt munden also se van Rechte scolden Godden Hilling unde synen ervenden alle dat land dat se bi Hilling liggene hadden unde dat Ludgers Muneles ghewesen hefft unde dat hir vormales to Hilling ghehoret hevet unde vorkoften eme dit vorgescrevene land my allen Rechtenunde myt aller tobehoringe alse dat beleghen is in deme gherichte to Dute unde kerspele to Laten unde burscop to Vrakkele vor ene summen gheldes de en al wal unde degher betalet is na eren willen unde desse vorgescreven Konne, Ebele, Herman, Aleke, Johan, Wibbeke unde Ghebbeke vorteghen vor unsen den selven gherichte upp alle Recht unde Eghendom dat se also lange an den vorgescreven lande hadden ghehat unde eren nakomelinge unde namales an hebben mochten jenigherley wis unde desse vorgescreven Konne, Ebele, Herman, Aleke, Johan, Wibbeke unde Ghebbeke loveden vor sik unde eren ervende den vorgescreven Godden unde synen ervenden des...[15]"

Een huwelijk van hem is niet bekend, maar wel een zoon, namelijk Hermann Hilling (1385-1426):

"urk. 1422-1426, 1422 wird Hermann Hilling mit dem Halberbe Obingehove -nun Manyng Erbe- in Aschendorf durch den Bischof von Münster belehnt wie vorher schon sein Vater Godeke Hilling. Die Belehnung wird 1426 erneruert"[16].

Ook van Hermann is geen huwelijk bekend, maar wel weer een zoon die circa 1415 wordt geboren. De voornaam van deze zoon is onbekend, maar ook hij schijnt getrouwd te zijn, want er wordt een zoon geboren in 1440 met de naam Godeke (Hilling) die in 1496 komt te overlijden[17].

"urk. 1466-1496, 1499 tot, 1466 als "enscheidesmanne" genannt, verpachtet 1476 seinen Hof zu Oberlangen für 7 Schillinge Osnabrücker Währung an den ehemaligen Eigenbehörigen des Knappen Arnd Swenke, Johann de Jone; kauft 1492 von Tybe, der Wwe. von Hans Lüdeke sowie deren Kinder Johann, Hermann, Kosse, Steven und Hilleke ein Stück Heuland auf den Niederlangener Wiesen, 1496 in einem Kaufvertrag "sunder alle argelist und bedroch wall to holden daer myt my an und over weren kornoten des gerichtes Godeken Hillingh und Hermannus syn sone bystander Johan Toerne knape, mester Evert Smyt to Lathen, Lange Johan und mere lude genoich".

Godeke huwt een zekere Engele (1440-1499) en samen krijgen ze één kind die de naam draagt van Goeke (ook Cocke) Hillinck (1475-1537).
"urkundlich 1499 als S.v. Engele Hilling auf Hof Hilgen (103); ob er der 1534- 1537 in den münsterschen Schatzungsregistern in Niederlangen genannte Gocke Hilling ist oder - was wahrscheinlicher ist - ob es sich schon um Godeke Hilling, S.v. Dirck Hilling handelt, ist undeutlich".

Al deze personen met de naam Hilling en Hillinck worden geboren op de boerderij te Hilgen in Niederlangen en zullen allen katholiek zijn geweest.

Bronnen:
- Zie ook noten
- www.familie-hilling.de, Stefan Hilling, Lingen, 'Familien Hilling in und aus Niederlangen'.

Noten:
1 Dat Hilgen een 'zeer oude boerennederzetting' is, wordt ook bevestigd door H. Abels, Die Ortsnamen des Emslandes in hun taalkundige en cultuurhistorische betekenis, Paderborn 1927, blz. 41 en 47. Men kan zich echter afvragen of de stelling van Abels dat Hilgen de 'populaire' term voor Hilling juist is. Abels voert Hilling terug op de persoonsnaam 'Hillo' als patroniem, evenals de boerderij 'Wilgen' bij Lathen via de naam 'Willing' op de persoonsnaam 'Willo' (ibid., p. 79). Volgens E. Förstemann, Altdeutsches Namenbuch, deel 1, persoonsnamen, Bonn 2 1900-1902, kolom 858, is de persoonsnaam 'Willing' gedocumenteerd sinds de 9e eeuw.
2 Statistisch overzicht van de indeling van het Koninkrijk Hannover volgens administratieve en gerechtelijke arrondissementen, onder redactie van H. Ringklib, Hannover 3 1859, blz. 123.
3 Idem, 'Johannes de Vracloe tenet decimam to Hillinch cum decima in parrochia Lothen ...',  StA.M. Altertumsverein MSc. 94.
4 Idem, 'Herman van Meppen hevet entfangen Godden hus to Hillinck in manstadt und Kynnerhanneken hus in denstmanstad tin den kerspell to Laten.' StA.M. Frstm. Münster Lehnskammer, Lehen 1112.
5 R. Cloppenburg, 'Häuser und Höferegister in den Kirchspielen Lathen und Steinbild im Gericht Düthe im Dreißigjährigen Krieg', Sögel 1993, Pag. 38.
6 StA. Os. Rep. 26 nr. 4.
7 Boerderijarchief Hilling-Hilgen. Nach dem Lehnsregister des Bischofs Florenz von Münster [1364-1379] wurde Wolter Mane[!] mit dem mansus to Obinch Krsp. Aschendorf belehnt (StA.M. Altertumsverein Msc. 94 Bl. 29). Blijkbaar is dit de voorganger van Hilling.
8 Registraties in het Hilling-Hilgen rechtbankarchief op basis van een document bij het RHC GA.
9 Boerderijarchief Hilling-Hilgen.
10 Boerderijarchief Hilling-Hilgen
11 Boerderijarchief Hilling-Hilgen
12 Boerderijarchief Hilling-Hilgen
13 Zelf heeft hij ook een zoon met de naam Goddecke.
14 Voorouders.net, mijn stamboom
15 Voorouders.net, mijn stamboom
16 Voorouders.net, mijn stamboom
17 Voorouders.net, mijn stamboom


Met dank aan Stefan Hilling, Lingen, (Familien Hilling in und aus Niederlangen).


Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorg-vuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres. Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 3 maart 2023.

Samenstelling: © Harm Hillinga.